Het middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 144 en 145 van de Grondwet, in zoverre, aangezien de raad van erkenning geen rechtbank is die onder de rechterlijke orde valt, de verzoekers verstoken zouden zijn van het genot van de in de artikelen 144 en 145 van de Grondwet verleende grondwettelijke waarborg, wat een discriminatie teweeg zou brengen in de zin van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Le moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec les articles 144 et 145 de la Constitution, en ce que le conseil d'agréation n'étant pas un tribunal ressortissant de l'ordre judiciaire, les requérants seraient privés du bénéfice de la garantie constitutionnelle conférée par les articles 144 et 145 de la Constitution, ce qui entraînerait une discrimination au sens des articles 10 et 11 de la Constitution.