In de tweede plaats gaat aandacht uit naar het begrip bedoeld in de artikelen 26quater, 26quinquies, 40quater en 40quinquies : het gaat om het begrip aangewend door de magistraten (procureur, onderzoeksrechter, feitenrechter) teneinde te bepalen of het (al dan niet) nuttig is een therapeutisch advies te vragen.
Deuxièmement, la notion visée aux articles 26quater, 26quinquies, 40quater et 40quinquies : il s'agit de la notion utilisée par les magistrats (procureur, juge d'instruction, juge du fond) afin d'estimer qu'il est utile (ou pas) de demander un avis thérapeutique.