Wat betreft de vierde trap, situeerde het onevenwicht op 1 april 2008 zich bij de contractuelen uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften, waarvan het aantal is vastgelegd op 22 betrekkingen (cf. artikel 5 §1, a), b) en c) van het personeelsplan van 6 december 2006 van het RSVZ).
En ce qui concerne le quatrième degré, le déséquilibre se situait, au 1er avril 2008, au niveau des contractuels besoins exceptionnels et temporaires, dont le nombre est fixé à 22 emplois (cf. article 5 §1, a), b) et c) du plan de personnel du 6 décembre 2006 de l'INASTI).