Met deze richtlijn wordt het acquis communautaire betreffende het Unierecht op vergoeding van door een inbreuk op het mededingingsrecht van de Unie veroorzaakte schade bevestigd, in het bijzonder wat betreft de hoedanigheid om een schadevordering in te stellen en de definitie van het begrip „schade” zoals dat in de jurisprudentie van het Hof van Justitie is vastgesteld, en wordt niet vooruitgelopen op toekomstige ontwikkelingen daarvan.
La présente directive réaffirme l'acquis communautaire en matière de droit à réparation du préjudice causé par les infractions au droit de la concurrence de l'Union, conféré par le droit de l'Union, en particulier en ce qui concerne la qualité pour agir et la définition du dommage, tel qu'il a été affirmé dans la jurisprudence de la Cour de justice, et ne préjuge pas de son évolution future.