De rechtbank stelt dat het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot dat punt op een genuanceerde manier moet worden geïnterpreteerd, omdat de wetgever, toen die omschrijving werd opgesteld, niet kon voorzien dat onroerende goederen zouden worden uitgerust met nieuwe voorzieningen die aan de hedendaagse eisen op het stuk van comfort en efficiëntie voldoen.
Le tribunal précise que sur ce point, le code civil doit "faire l'objet d'une lecture nuancée", puisqu'à l'époque de la rédaction de cette définition, le législateur "n'a pu prévoir l'incorporation aux immeubles d'agencements nouveaux qui répondent aux exigences de confort et d'efficacité de la vie moderne".