Bij brief van 3 juni 1999, heeft mijn geachte voorganger aan zijn colleg
a van Sociale Zaken (toen mevrouw Magda De Gal
an) gevraagd hem te laten weten of zij kon instemmen met de door haar bestuur opgestelde tekst en zo ja verzocht hij haar om de door deze brief aanbevolen raadplegingsprocedure te starten : het ontwerp van besluit zal immers achtereenvolgens voorgelegd moeten worden aan de Inspectie van financiën, die een advies zal moeten uitbrengen over de budgettaire weerslag van de maatrege
...[+++]l, aan de Nationale Arbeidsraad, aan de Ministerraad en tenslotte aan de Raad van State.
Par lettre du 3 juin 1999, mon honorable précécesseur a demandé à sa collègue des Affaires sociales (à l'époque Mme Magda De Galan) de lui faire savoir si elle pouvait se rallier au texte proposé par son administration et dans l'affirmative, il l'invitait à entamer la procédure de consultation recommandée par celle-ci : le projet d'arrêté devra en effet être soumis successivement à l'Inspection des finances, laquelle sera appelée à émettre un avis sur l'incidence budgétaire de la mesure, au Conseil national du travail, au Conseil des ministres et enfin, au Conseil d'État.