Vertaling van "toerismeseizoen die alsmaar " (Nederlands → Frans) :

27. benadrukt nogmaals de rol en bijdrage van het toerisme, in het perspectief van het streefdoel van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 om van Europa een regio van volledige tewerkstelling met een levenskrachtige en competitieve economie te maken, vooral de regio's met ontwikkelingsachterstand, en meer in het bijzonder de ultraperifere regio's; wijst er daarbij op dat toeristische activiteiten gekenmerkt worden door ruime gebruikmaking van arbeidskrachten vooral tijdens het toerismeseizoen die alsmaar sterker gespecialiseerd moeten zijn, hetgeen een beleid voor betere technologische beroepsvorming, taalkennis en grote mobiliteit van toeristische dienstverleners vergt;
27. souligne une fois de plus le rôle et la contribution du tourisme dans la perspective du défi lancé au Conseil européen de Lisbonne des 23 et 24 mars 2000 de transformer l'Europe en une région de plein emploi, avec une économie dynamique et compétitive, tout particulièrement pour les régions en retard de développement dont, notamment, les régions ultrapériphériques; rappelle, à ce propos, que les activités touristiques se caractérisent par une forte utilisation de main-d'œuvre, surtout saisonnière, qui doit être de plus en plus spécialisée, ce qui demande que l'on favorise une formation professionnelle plus avancée sur le plan technologique, la connaissance des langues, en plus d'une grande mobilité pour les prestataires de services touristiques;

27. benadrukt nogmaals de rol en bijdrage van het toerisme, in het perspectief van het streefdoel van de Top van Lissabon om van Europa een regio van volledige tewerkstelling met een levenskrachtige en competitieve economie te maken, vooral de regio's met ontwikkelingsachterstand, en meer in het bijzonder de ultraperifere regio's; wijst er daarbij op dat toeristische activiteiten gekenmerkt worden door ruime gebruikmaking van arbeidskrachten vooral tijdens het toerismeseizoen die alsmaar sterker gespecialiseerd moeten zijn, hetgeen een beleid voor betere technologische beroepsvorming, taalkennis en grote mobiliteit van toeristische dienstverleners vergt;
27. souligne une fois de plus le rôle et la contribution du tourisme dans la perspective du défi lancé au Sommet de Lisbonne de transformer l’Europe en une région de plein emploi, avec une économie dynamique et compétitive, tout particulièrement pour les régions en retard de développement dont, notamment, les régions ultrapériphériques; rappelle, à ce propos, que les activités touristiques se caractérisent par une forte utilisation de main-d’œuvre, surtout saisonnière, qui doit être de plus en plus spécialisée, ce qui demande que l’on favorise une formation professionnelle plus avancée sur le plan technologique, la connaissance des langues, en plus d’une grande mobilité pour les prestataires de services touristiques;