Voor de toepassing van het derde lid verstaat men onder het tegenpartijrisico van de instelling voor collectieve belegging bij een transactie in derivaten : het mogelijk verlies dat een instelling voor collectieve belegging zou lijden in geval de tegenpartij in gebreke blijft, berekend overeenkomstig de methode vervat in de Richtlijn 2000/12/EG.
Pour l'application de l'alinéa 3, il y a lieu d'entendre par risque de contrepartie de l'organisme de placement collectif dans une transaction sur instruments dérivés, la perte potentielle que subirait l'organisme de placement collectif en cas de défaillance de la contrepartie, calculée selon la méthode décrite dans la directive 2000/12/CE.