4. In afwijking van lid 1 kunnen de instellingen de in artikel 222 beschreven methode gebruiken, onder toepassing van een vloer van 20 % voor het toepasselijke risicogewicht, om de opslagfactor te bepa
len voor retrocessietransacties, transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen, transacties met afwikkeling op lange termijn en margeleningstransacties, met inbegrip van die buiten de balanstelling. instellingen mogen deze methode alleen gebruiken wanneer zij deze ook
gebruiken voor het bepalen van de blootstellin ...[+++]gswaarde van die transacties om aan de eigenvermogensvereisten van artikel 92 te voldoen.
4. Par dérogation au paragraphe 1 du présent article, les établissements peuvent utiliser la méthode prévue à l'article 222, moyennant une pondération de risque d'au moins 20 %, pour déterminer la majoration concernant les opérations de mise en pension, les opérations de prêt ou d'emprunt de titres ou de matières premières, les opérations à règlement différé et les opérations avec appel de marge, y compris celles hors bilan.