In paragraaf 3B, subparagraaf (a) is bepaald dat om inlichtingen te verkrijgen die in het bezit zijn van een bank, een andere financi
ële instelling, een trust, een stichting, een gevolmachtigde of een persoon die werkzaam is in de hoedanigheid van een vertegenwoordiger of een vertrouwenspersoon, of die betrekking hebben op eigendomsbelangen in een persoon, hebben de belastingautoriteiten van België de bevoegdheid om de bekendmaking van die inlichtingen
af te dwingen en om onderzoeken en verhoren in te stellen, dit niettegenstaande de
...[+++]bepalingen van paragraaf 3 van Artikel 26 van de Overeenkomst of elke andersluidende bepaling in de Belgische interne wetgeving.
Le sous-paragraphe (a) du paragraphe 3B stipule qu'en vue d'obtenir des renseignements détenus par une banque, un autre établissement financier, un trust, une fondation, un mandataire ou une personne agissant en tant qu'agent ou fiduciaire ou des renseignements se rattachant aux droits de propriété d'une personne, les autorités fiscales belges ont le pouvoir d'exiger la communication de ces renseignements et de procéder à des investigations et à des auditions, ce nonobstant les dispositions du paragraphe 3 de l'article 26 de la Convention ou toute disposition contraire de la législation interne belge.