44. is ingenomen met de opheffing van de noodsituatie op 30 november 2002 in de twee laatste provincies Diyarbakir en
Sirnak, maar roept Turkije op om bij te dragen aan de opheffing van de spanningen
ten aanzien van de Koerdische bevolking en inspanningen te ondernemen om de economische en sociale onderontwikkeling van de door hen bewoonde gebieden te overwinnen, de terugkeer van de voormalige inwoners naar de "geëvacueerde dorpen" en de repatriëring
van de buitenlandse vluchtelingen ...[+++] te bevorderen en in de Koerdisch- en Syrisch-orthodoxe dorpen een einde te maken aan de bezetting door gewapende dorpswachters;
44. est satisfait de la levée de l'état d'urgence le 30 novembre 2002 dans les deux dernières provinces restantes de Diyarbakir et Sirnak, mais exhorte la Turquie à contribuer à la disparition des tensions avec la population kurde et à s'efforcer de combler le sous-développement économique et social des régions où elles habitent, à faciliter le retour vers les villages "vidés" et le retour des réfugiés de l'étranger et à organiser le démantèlement des milices armées des villages kurdes et syriens orthodoxes;