Uit de bepalingen van artikel 77, eerste lid, 3º samen met die van artikel 77, eerste lid, 9º van de Grondwet vloeit immers voort dat de vaststelling van de bevoegdheid van hoven en rechtbanken een volstrekt bicamerale aangelegenheid is.
Il découle en effet des liens mutuels entre l'article 77, alinéa 1, troisièmement, de la Constitution et l'article 77, alinéa 1, neuvièmement, de la Constitution que l'établissement de la compétence des cours et tribunaux est une question entièrement bicamérale.