In de memorie van toelichting wordt aangegeven dat het afschaffen van de mogelijkheid om bij koninklijk besluit af te wijken van het tijdschema voor de uitstap uit kernenergie, « getuigt [...] van de besliste wil van de regering om uit de kernenergie te stappen en om het tijdsschema van de buitendienststelling van de productie-eenheden te verduidelijken » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3087/001, p. 6; zie eveneens ibid., p. 3, en Parl. St., Senaat, 2013-2014, nr. 5-2367/3, p. 2).
L'exposé des motifs indique que la suppression de la possibilité de déroger au calendrier de sortie du nucléaire par arrêté royal « atteste de la volonté ferme du gouvernement de sortir du nucléaire et de clarifier le calendrier de désactivation des unités de production » (Doc. parl., Chambre, 2013-2014, DOC 53-3087/001, p. 6; voy. aussi ibid., p. 3, et Doc. parl., Sénat, 2013-2014, n° 5-2367/3, p. 2).