Elke andere uiting van het recht op vrijheid van godsdienst en overtuiging kan slechts "in die mate worden beperkt als wordt voorgeschreven door de wet en noodzakelijk is ter bescherming van de openbare veiligheid, de orde, de volksgezondheid, de goede zeden of de fundamentele rechten en vrijheden van anderen" ; tegelijkertijd moeten de beperkingen strikt worden uitgelegd en in rechtstreekse en passende verhouding staan tot de beschermde rechten van anderen en moet het juiste evenwicht worden bereikt; het evenredigheidscriterium moet derhalve in de richtsnoeren worden benadrukt;
Toute autre expression du droit à la liberté de religion ou de conviction ne peut faire l'objet que "des seules restrictions qui sont prévues par la loi et qui sont nécessaires à la protection de la sécurité publique, de l'ordre public, de la santé ou de la morale ou des libertés et droits fondamentaux d'autrui" ; parallèlement, les restrictions doivent être interprétées de manière stricte, être proportionnées au regard des droits protégés d'autrui et directement liées à ceux-ci et le bon équilibre doit être trouvé; il convient donc de mettre en relief le critère de la proportionnalité dans les lignes directrices;