Het universiteitsbestuur kan een bedrag uit het Bijzonder Onderzoeksfonds, vermeld in paragraaf 1, bij het bedrag van de werkingsuitkering voegen, zoals vermeld in hoofdstuk II, artikelen 5 en 6, van het decreet van 14 maart 2008 betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen, voor de dekking van de gewone uitgaven voor onderwijs, onderzoek, maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening, de financiering van investeringen, de afbetaling van leningen en voor de administratie van de instelling, met inbegrip van de roerende uitrustingen.
Les autorités universitaires peuvent ajouter un montant du Fonds spécial de Recherche, visé au paragraphe 1, au montant de l'allocation de fonctionnement, visée au chapitre II, articles 5 et 6 du décret du 14 mars 2008 relatif au financement du fonctionnement des instituts supérieurs et des universités en Flandre, afin de couvrir les dépenses ordinaires faites pour l'enseignement, la recherche, les services sociaux et scientifiques, le financement d'investissements, le remboursement d'emprunts et l'administration de l'institution, y compris les équipements mobiliers.