Art. 36. Het document tot toekenning van de erkenning aan de dienst identificeert de functies al naar gelang ze bij het in artikel 19, § 1, bedoelde team of aanvullende functies bedoeld in artikel 19, § 2, van het decreet behoren en al naar gelang ze toegewezen kunnen worden aan een houder van een diploma van het hoger secundair onderwijs, van het hoger niet-universitair onderwijs of van het hoger universitair onderwijs.
Art. 36. Le document qui octroie l'agrément au service identifie les fonctions selon qu'elles relèvent de l'équipe visée à l'article 19, § 1, du décret ou des fonctions complémentaires visées à l'article 19, § 2, du décret et qu'elles sont attribuables à un titulaire d'un diplôme de l'enseignement secondaire supérieur, de l'enseignement supérieur non universitaire ou de l'enseignement supérieur universitaire.