preventieve vaccinatie is vanuit het oogpunt van veiligheid en doeltreffendheid geen optimale keuze (met name vanwege het risico van besmetting van gezonde dieren; de gebreken van de huidige tests, waarmee geen onderscheid gemaakt kan worden tussen besmette dieren en gevaccineerde dieren, hetgeen gevolgen heeft voor de effectiviteit van de maatregelen voor opsporing en beheersing van de ziekte; het grote aantal typen en subtypen van het virus; de praktische bezwaren en de logistieke en financiële problemen die met vaccinatie samenhangen);
limites de la vaccination préventive en termes de sécurité et d'efficacité (en raison, notamment, des risques liés à la contamination d'animaux sains; des insuffisances des tests utilisés qui ne permettent pas de distinguer les animaux infectés des animaux vaccinés et qui de ce fait, rendent précaires les mesures de dépistage et de contrôle de la maladie; de l'existence de nombreux types et sous-types de virus connus; des contraintes pratiques, des difficultés logistiques et financières qu'implique la vaccination);