Art. 5. In afwijking van de artikelen 3 en 4 stemt het bedrag van het vakantiegeld overeen met 92 % van een twaalfde van de bruto jaarwedde(n), gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen, die de wedde(n) bepalen die verschuldigd zijn voor de maand maart van het vakantiejaar.
Art. 5. Par dérogation aux articles 3 et 4, le montant du pécule de vacances correspond à 92 % d'un douzième du ou des traitement(s) annuel(s) brut(s), lié(s) à l'indice des prix à la consommation, qui détermine(nt) le ou les traitement(s) dû(s) pour le mois de mars de l'année de vacances.