1. De Lidstaten die een visserijtak delen, kunnen volgens de in dit artikel uiteengezette procedures worden gemachtigd om, in op grond van de artikelen 9, 10 en 11 vastgestelde meerjarenplannen en overeenkomstig die meerjarenplannen, maatregelen vast te stellen waarin wordt gespecificeerd welke instandhoudingsmaatregelen met betrekking tot in Uniewateren aanwezige bestanden waarvoor zij vangstmogelijkheden hebben gekregen, van toepassing zijn op de onder hun vlag varende vaartuigen.
1. Dans le cadre d'un plan pluriannuel établi conformément aux articles 9, 10 et 11, les États membres peuvent être qui partagent la pêcherie concernée sont autorisés, dans le respect des procédures définies au présent article, à adopter des mesures compatibles avec ce plan pluriannuel qui précisent les mesures de conservation applicables aux navires battant leur pavillon en ce qui concerne des stocks situés dans les eaux de l'Union pour lesquels il leur a été attribué des possibilités de pêche.