Art. 26. § 1. Mits een opzeggingstermijn van veertien dagen, ingaande op de dag van de kennisgeving ervan, kan een niet-prioritaire tijdelijke leermeester godsdienst of leraar godsdienst worden ontslagen door de inrichtende macht waaronder hij ressorteert, ofwel op initiatief van deze na raadpleging van het hoofd van de eredienst ofwel op de voordracht van het hoofd van de eredienst.
Art. 26. § 1. Moyennant un préavis de quinze jours, prenant cours le jour de sa notification, un maître de religion ou professeur de religion temporaire non prioritaire peut être licencié par le pouvoir organisateur dont il relève soit d'initiative après consultation du chef du culte soit sur proposition du chef du culte.