Indien de vennootschap onder firma vervolgens de winst na belasting uitdeelt dan zal over het gedeelte dat aan de Belgische vennoot wordt uitgekeerd, namelijk 30, een in de regel bevrijdende roerende voorheffing van in principe 25 % verschuldigd zijn.
Si, par la suite, la société en nom collectif distribue le bénéfice après impôt, un précompte mobilier, en principe libératoire, de 25 % sera dû sur la part distribuée à l'associé belge, c'est-à-dire 30.