19. dringt er bij de lidstaten op aan de kwaliteit van onderwijs en beroepsopleidingen voor gehandicapten en/of speciale onderwijsbehoeften te verbeteren en het hoge uitvalpercentage onder deze groepen naar beneden te brengen en de beginselen van inclusief onderwijs te respecteren, en daarbij de nadruk te leggen op actieve deelname van deze leerlingen, en, waar mogelijk, de integratie van deze groepen in de maatschappij en binnen het onderwijssysteem te verbeteren; dringt erop aan dat lerarenopleidingen
met het oog hierop verbeterd worden en dat het genderperspectief bij deze opleidingen, alsmede bij de vaststelling van leerproblemen wo
...[+++]rdt meegewogen, en dat er gendergevoelige onderzoeksmethoden worden ontwikkeld, alsmede specifieke onderwijsprogramma's die rekening houden met het genderperspectief, om meisjes en vrouwen uit deze groepen een beter perspectief te bieden bij het zoeken naar werk en beter in staat te stellen het hoofd te bieden aan meervoudige discriminatie; 19. invite les États membres à améliorer la qualité de l'éducation et de la formation professionnelle pour les personnes handicapées et/ou à besoins éducatifs spécifiques, en réduisant ainsi leur taux de décrochage scolaire, et à respecter les principes d'une éducation inclusive, en renforçant la participation active de ces élèves, et à améliorer leur insertion dans la société et dans le système éducatif en général, dans la mesure du possible; réclame l'amélioration immédiate de la formation des en
seignants à cet effet et l'intégration d'une perspective de genre dans cette formation ainsi que la détection des difficultés d'apprentissage
...[+++], y compris le développement d'outils de dépistage sensibles au genre et des programmes éducatifs spécifiques, qui tiennent compte de la perspective de genre offrant aux femmes et aux filles concernées de meilleures perspectives dans leur recherche d'un emploi et en leur donnant les moyens de surmonter les discriminations multiples;