Die bepaling, die de voorwaarden regelt waaronder een einde kan worden gemaakt aan het verblijfsrecht van een burger van de Unie die zich in België op grond van het recht op gezinshereniging bij een andere burger van de Unie heeft gevoegd, zou volgens de verzoekende partijen strijdig zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 16 en 17 van de richtlijn 2004/38/EG.
Cette disposition, qui règle les conditions dans lesquelles il peut être mis fin au droit de séjour d'un citoyen de l'Union ayant rejoint, en Belgique, un autre citoyen de l'Union sur la base du droit au regroupement familial, serait contraire, selon les parties requérantes, aux articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec les articles 16 et 17 de la directive 2004/38/CE.