Voorts heeft de Raad verklaard de vrees van het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties te delen aangaande de korte tijd die beschikbaar is voor gerechtelijk onderzoek, de beperkte mogelijkheden om herstel te eisen, de beperkte maximumstraffen voor de zwaarste misdrijven enzovoort (8) .
Il a par ailleurs déclaré qu'il partageait un grand nombre de craintes exprimées par le Haut Commissariat des Nations unies aux droits de l'homme, concernant notamment le peu de temps disponible pour les enquêtes, les possibilités limitées de demander réparation, les peines maximales limitées pour les délits les plus graves, etc (8) .