In afwijking van het vierde lid, kunnen nieuwe productie-installaties die over een stedenbouwkundige vergunning en een milieuvergunning dienen te beschikken, genieten van de minimumsteun die geldt op het moment dat de laatste van deze vergunningen werd bekomen en mits binnen de drie jaar volgend op het verlenen van deze vergunning de installatie in gebruik werd genomen" .
Par dérogation à l'alinéa quatre, les nouvelles installations de production qui doivent disposer d'une autorisation urbanistique et d'une autorisation écologique, peuvent bénéficier de l'aide minimale applicable au moment de l'obtention de la dernière de ces autorisations, et moyennant la mise en service de l'installation dans les trois années suivant l'octroi de cette autorisation" .