« Schendt artikel 100, eerste lid, 1°, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1991, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat die bepaling, die voor de vorderingen tot schadevergoeding ten laste van de Bel
gische Staat in een verjaringstermijn van vijf jaar voorziet te rekenen vanaf de eerste januari van het begrotingsjaar in de loop waarvan zij zijn ontstaan, niet van toepassing zou zijn op de vorderingen tot schadevergoeding die worden ingesteld tegen de instellingen behorende tot de categorie A volgens de wet van 16 maart 1954 betreff
ende de controle op ...[+++]sommige organismen van openbaar nut en deze aldus onderworpen zouden zijn aan de gemeenrechtelijke verjaringstermijnen ?« L'article 100, alinéa 1, 1°, des lois sur la comptabilité de l'Etat, coordonnées par l'arrêté royal du 17 juillet 1991, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que cet
te disposition, qui soumet à un délai de prescription de cinq ans à partir du 1 janvier de l'année budgétaire au cours de laquelle elles sont
nées les actions en dommages et intérêts dirigées contre l'Etat belge, ne s'appliquerait pas aux actions en dommages et intérêts dirigées contre les organismes appartenant à la catégorie A selon la loi du 16 mar
...[+++]s 1954 relative au contrôle de certains organismes d'intérêt public et en ce que ces actions seraient dès lors soumises aux délais de prescription de droit commun ?