3. herinnert aan zijn verslag over het delen van de pensioenrechten voor uit de echt gescheiden of gescheiden levende vrouwen in de lidstaten van de Gemeenschap (A3-0418/93, debat op 21/01/94) en betreurt het dat de Commissie nooit gevolg h
eeft gegeven aan de conclusies van dit verslag, met name voor wat betreft een initiatief dat de l
idstaten ertoe moet verplichten te zorgen voor het delen van de gedurende het huwelijk verworven pensioenrechten teneinde de onafhankelijke sociale zekerheid van de echtgeno(o)t(e) te w
aarborgen, ...[+++] die zijn/haar beroepsbezigheid heeft onderbroken om zich aan het gezin te wijden;
3. rappelle son rapport concernant "le partage des droits à pension pour les femmes divorcées ou séparées de leur conjoint dans les États membres de la Communauté" (A3‑0418/93, débat 21/01/94) et regrette que la Commission n'ait jamais donné suite aux conclusions de ce rapport, notamment en ce qui concerne une initiative qui obligerait tous les États membres à prévoir le partage des droits à pension acquis pendant le mariage, afin d'assurer la sécurité sociale indépendante du conjoint qui a interrompu son activité professionnelle pour se consacrer aux charges familiales;