Daardoor zal niet alleen de weerstand verminderen tegen sociale en ecologische dienstverplichtingen die immers niet langer zullen leiden tot een netto stijging van de verkoopprijs. Er ontstaat bovendien « ruimte » om — zonder dat dit leidt tot een stijging van de energiefactuur — via gewestelijke milieuheffingen de milieuschadenkost te gaan doorrekenen of om de fiscale druk te verschuiven van arbeid naar energie.
Cela devrait permettre, d'une part, de réduire la résistance aux obligations de service social et écologique, qui n'entraîneront en effet plus un accroissement net du prix de vente, et, d'autre part, de dégager une « marge » qui permettrait de répercuter le coût de la dégradation de l'environnement par le biais des taxes environnementales régionales ou de déplacer la pression fiscale du travail vers l'énergie, le tout sans entraîner d'augmentation de la facture énergétique.