3. Steun op grond van lid 2 voor de vervanging of de modernisering van hoofd- of hulpmotoren kan slechts worden verleend voor vaartuigen die behoren tot een vlootsegment waarvoor uit het in artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde verslag over de vangstcapaciteit blijkt dat er een evenwicht bestaat tussen het vlootsegment en de voor dat segment beschikbare vangstmogelijkheden.
3. L’aide relevant du titre du paragraphe 2 en faveur du remplacement ou de la modernisation des moteurs principaux ou auxiliaires ne peut être octroyée qu’à des navires appartenant à un segment de la flotte pour lequel le rapport sur la capacité de pêche visé à l’article 22, paragraphe 2, du règlement (UE) no 1380/2013 a fait état d’un équilibre entre les capacités et les possibilités de pêche existant pour ledit segment.