De hoofdstukken III en IV betreffende respectievelijk de bevorderingen en de mandaten vormen de kern van de hervorming; de baremaopwaardering gaat gepaard met een wil van verhoogd professionalisme die zich vertalen in loopbaantrajecten die steunen op de vorming en de verificatie van de vooruitgang in het verwerven van de vereiste bekwaamheden voor de uitoefening van functies met een toenemende complexiteit.
Les chapitres III et IV, relatifs respectivement aux promotions et aux mandats, constituent le coeur de la réforme : la revalorisation barémique s'accompagne d'une volonté de professionnalisation accrue que traduisent des trajets de carrières fondés sur le développement de la formation et la vérification des progrès dans l'acquisition des compétences requises pour l'exercice de fonctions d'une complexité croissante.