12. stelt voor dat de EU-instellingen en de lidstaten tot een vorm van overeenstemming trachten te komen, en die vervolgens formeel bekrachtigen, over de wijze waarop de normen inzake "slimme regelgeving" moeten worden toegepast;
12. recommande que soit examinée la possibilité de parvenir à un accord entre les institutions de l'Union et les États membres sur les modalités d'application des normes en matière de "réglementation intelligente" et de l'officialiser;