Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag en de motivering van het verwijzende vonnis blijkt dat het Hof wordt ondervraagd over verschillen in behandeling tussen, enerzijds, de minderjarige ouder dan 14 jaar die voor als misdrijf omschreven feiten wordt vervolgd en bij voorlopige maatregel van bewaring wordt opgenomen in een « geschikte inrichting » of een « openbare instelling voor observatie en opvoeding onder toezicht » van de gemeenschap en, anderzijds, de minderjarige die, in dezelfde omstandigheden, is opgenomen in het Centrum wegens plaatsgebrek in de gemeenschapsinrichtingen of -instellingen.
Il ressort du libellé de la question préjudicielle et de la motivation du jugement a quo que la Cour est interrogée sur des différences de traitement existant entre, d'une part, le mineur âgé de plus de 14 ans et poursuivi pour des faits qualifiés infractions qui est admis par mesure de garde provisoire dans un « établissement approprié » ou une « institution publique d'observation et d'éducation sous surveillance » communautaire et, d'autre part, le mineur qui, dans les mêmes circonstances, est admis au Centre en raison du manque de place dans les établissements ou institutions communautaires.