De verzoeker beschikt over dertig dagen, die verlengd of ingekort kunnen worden, om bij de griffie een memorie van antwoord in te dienen (Procedureregeling, artikelen 7 en 85).
Le requérant dispose de trente jours, sous réserve de prorogation ou de réduction, pour faire parvenir au greffe un mémoire en réplique (Règlement de procédure, articles 7 et 85).