De aangelegenheden bedoeld in de artikelen 485 van het Burgerlijk Wetboek, 43, 45, 46 en 46bis van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, gewijzigd bij de wet van 30 maart' 1981, worden de verzoeker, de vader, de moeder of de voogd en de minderjarige voor de rechtbank opgeroepen door de griffier; bij de oproeping van degene of degenen van hen die geen verzoek heeft hebben ingediend, wordt een gelijkluidend afschrift van de vordering gevoegd.
Dans les matières prévues aux articles 485 du Code civil, 43, 45, 46 et 46bis de la loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de travail, modifiée par la loi du 30 mars 1981, le requérant, les père, mère ou tuteur et le mineur sont convoqués devant le tribunal par le greffier ; une copie conforme de la demande est jointe à la convocation adressée à celui ou ceux d'entre eux qui n'ont pas présenté requête.