Uit de uiteenzetting van de middelen blijkt da
t de grieven van de verzoekende partijen enkel betrekking hebben op de punten 3° en 4° van artikel 114/1, eerste lid, van de wet van 23 juli 1926, ingevoegd bij de bestreden bepaling, in zoverre zij de aangenomen vakorganisaties uitsluiten van deelname aan de procedure van aanzegging en overleg naar aanleiding van sociale conflicten overeenkomstig het syndi
caal statuut van de Belgische Spoorwegen (3°) en aan de sociale verkiezingen bedoeld in de artikelen 126/2, 145, §
...[+++] 2, en 146 van de wet van 23 juli 1926 (4°).
Il ressort de l'exposé des moyens que les griefs des parties requérantes concernent uniquement les points 3° et 4° de l'article 114/1, alinéa 1, de la loi du 23 juillet 1926, inséré par la disposition attaquée, en ce qu'ils excluent les organisations syndicales agréées de la participation à la procédure de préavis et de concertation à l'occasion de conflits sociaux conformément au statut syndical des Chemins de fer belges (3°) et aux élections sociales visées aux articles 126/2, 145, § 2, et 146 de la loi du 23 juillet 1926 (4°).