2. De verplichting tot overname zoals bedoeld in lid 1 geldt niet ten aanzien van een onderdaan van een derde Staat die bij zijn binnenkomst op het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij in het bezit was van een geldige visum of verblijfsvergunning van deze Overeenkomstsluitende Partij, of na zijn binnenkomst in het bezit is gesteld van een door deze Overeenkomstsluitende Partij afgegeven verblijfsvergunning.
2. L'obligation de réadmission visée au paragraphe 1 n'est pas applicable au ressortissant d'un État tiers qui, lors de son entrée sur le territoire de l'État de la Partie contractante requérante, était en possession d'un visa ou d'une autorisation de séjour en cours de validité délivrée par cette Partie contractante, ou qui, après son entrée, s'est vu délivrer une autorisation de séjour par ladite Partie contractante.