Daartoe wil de wetgever « de volledige wapenproblematiek in België met uitzondering van het probleem van de licenties voor in- en uitvoer [.] centraliseren bij de Minister van Justitie » en « een
coherent beleid [.] voeren dat ertoe strekt de risico's in ons land te beperken », wat, onder meer, inhoudt dat de incoherentie dient te worden verholpen die
is ontstaan uit de verschillende initiatieven die door lokale overheden zijn genomen, dat het voorhanden hebben van een vuurwapen vergunningsplichtig moet zijn en dat de verkoop van wape
...[+++]ns in sommige omstandigheden moet worden verboden (ibid., pp. 7 tot 10 en 15 tot 16).
A cette fin, le législateur entend « recentrer l'ensemble de la problématique des armes [en Belgique], à l'exclusion du problème des licences d'importation et d'exportation, dans les mains du ministre de la justice » et « mener une politique cohérente de restriction de risque à l'intérieur du pays », ce qui implique, entre autres, de remédier à l'incohérence née de la diversité des initiatives prises par des autorités locales, de soumettre à autorisation la détention de toute arme à feu et d'interdire la vente d'armes dans certaines circonstances (ibid., pp. 7 à 10 et 15 à 16).