V
oor zover het voorgaande nog niet duidelijk genoeg was, verklaarde u in
een antwoord op een parlementaire vraag in het jaar 2000 dat " In de toestand waarin, ingevolge een algemene verlaging van de intrestvoeten, een vermindering van het bedrag van de periodiek verschuldigde sommen wordt toegestaan aan een huurder in de loop van het contract van onroerende financieringhuur bedoeld in artikel 44, § 3, 2° b), van het BTW-Wetboek kan worden gesteld dat genoemd contract niettegenstaande de herberekening van de verschuldigde sommen blijft
...[+++] voldoen aan de voorwaarden van artikel 1 van voornoemd koninklijk besluit, voorzover het samengevoegd bedrag van het geheel van de te betalen vergoedingen tijdens de loop van het contract en van de onveranderd gebleven som, bepaald voor de lichting van de optie bij het einde van het contract, het de leasinggever nog steeds mogelijk maakt het geïnvesteerde kapitaal, het bedrag van de vroegere en nieuwe overeengekomen intresten, alsook de lasten van de verrichtingen, integraal weder samen te stellen" (Vraag nr. 349 van 23 mei 2000, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 38, blz. 4494.) In het licht van de duidelijke tekst terzake van het koninklijk besluit nr. 30 is dit de enige juiste lezing.Si ce qui précède n'était pas encore suffisamment clair, vous avez déclaré en 2000 en rép
onse à une question parlementaire que " dans la situation où, suite à une diminution générale des taux d'intérêt, une réduction du montant de la redevance périodique est accordée au preneur au cours d'un contrat de location-financement d'immeubles visé à l'article 44, § 3, 2° b), du Code de la TVA, on peut considérer que ledit contrat satisfait toujours aux conditions de l'article 1er de l'arrêté royal précité pour autant que, nonobstant ce recalcul des redevances, le montant cumulé de l'ensemble des redevances à payer pendant toute la durée du contr
...[+++]at et de la somme, inchangée, stipulée pour la levée de l'option en fin de contrat, permet encore au donneur en leasing de reconstituer intégralement le capital investi, le montant des intérêts anciens et nouvellement convenus, ainsi que les autres charges de l'opération" (Question n° 349 du 23 mai 2000, Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, n° 38, p. 4494.) A la lumière du texte de l'arrêté royal n° 30, qui ne laisse aucun doute, cette lecture est la seule possible.