In de parlementaire voorbereiding werd verdui
delijkt dat door de voorgestelde wetswijziging tegemoet zou worden gekomen aan het arrest van het Hof nr. 132/98 van 9 december 1998 (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 49-1408/3, p. 2, en nr. 49-1408/4, p. 7), omdat de pensioenen, renten of als zodanig geldende toelagen die zijn toegekend met toepassing van de wetgeving op arbeidsongevallen of beroepsziekten, zouden worden vrijgesteld van inkomstenbel
astingen in de mate waarin zij geen herstel van een bestendige derving van winst, bezoldigin
...[+++]gen of baten uitmaken (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 49-1408/4, p. 8).
Il fut précisé dans les travaux préparatoires que la modification législative proposée répondait à l'arrêt de la Cour n° 132/98 du 9 décembre 1998 (Doc. parl., Chambre, 1997-1998, n° 49-1408/3, p. 2, et n° 49-1408/4, p. 7), parce que les pensions, rentes ou allocations en tenant lieu qui sont octroyées dans le cadre de la législation sur les accidents du travail ou les maladies professionnelles seraient exonérées de l'impôt sur les revenus dans la mesure où elles ne réparent pas une perte permanente de bénéfices, de rémunérations ou de profits (Doc. parl., Chambre, 1997-1998, n° 49-1408/4, p. 8).