Het Hof moet voorts onderzoeken of de voormelde bepaling de zaakvoerders van een bvba die gehouden zijn tot betaling van een sociale schuld op grond van artikel 265, § 2, van het Wetboek van vennootschappen, en de zaakvoerders van een bvba die hoofdelijk ertoe gehouden zijn een bedrijfsvoorheffing te betalen op grond van artikel 442quater van het WIB 1992, of een btw-schuld te betalen op grond van artikel 93undecies C van het BTW-Wetboek, niet zonder objectieve reden verschillend behandelt.
La Cour doit encore examiner si la disposition précitée ne traite pas de manière différente et sans raison objective les gérants d'une SPRL tenus d'une dette sociale sur la base de l'article 265, § 2, du Code des sociétés et les gérants d'une SPRL qui sont tenus solidairement de payer un précompte professionnel, sur la base de l'article 442quater du CIR 1992, ou une dette à la TVA, sur la base de l'article 93undecies C du Code de la TVA.