In zijn arrest verklaart het Gerecht om te beginnen dat het vonnis van de voorzieningenrechter, tezamen met de Sanctieregeling beschouwd, een beslissing van een bevoegde nationale instantie lijkt die in beginsel grond kon opleveren voor de vaststelling van een maatregel tot bevriezing van de tegoeden op communautair niveau.
Par son arrêt, le Tribunal considère, tout d’abord, que le jugement en référé, considéré ensemble avec la Sanctieregeling, apparaît comme une décision d’une autorité nationale compétente qui pouvait, en principe, justifier l’adoption d’une mesure de gel des fonds au niveau communautaire.