G. overwegende dat de wereldwijde vraag naar voedsel sneller stijgt dan het aanbod, niet in het minst omdat de stijgende inkomens in opkomende economieën als India en China, in combinatie met een groeiende bevolking, leiden tot een hogere vraag, met name naar vlees en zuivelproducten, en dientengevolge ook naar voeder,
G. considérant que la demande mondiale de denrées alimentaires augmente plus rapidement que l'offre, notamment du fait que la progression des revenus dans des économies émergentes telles que l'Inde et la Chine, en combinaison avec la croissance démographique, pousse la demande à la hausse, en particulier pour la viande et les produits laitiers, et donc également pour les aliments pour les animaux,