15.4.
Bovendien lijkt het niet zeker of de volledige controle over deze theoretische vakken uiteindelijk wordt vereist, aangezien er luidens artikel 341/7, § 2, tweede lid, derde streep, in ontwerp, staat dat de mondelinge proef over deze vakken, die voor een examencommissie plaatsvindt, in h
et beantwoorden van vragen bestaat die door de leden van de commissie gesteld worden en die over de onderrichte vakken tijdens de cyclu
ssen van de vorming gaan, om na te ...[+++] gaan of de kandidaat het vermogen bezit om een beroep te doen op zijn eigen kennis en op de middelen waarover hij beschikt.
15.4. Il ne paraît en outre pas certain que la pleine maîtrise de ces matières théoriques soit finalement exigée puisqu'aux termes de l'article 341/7, § 2, alinéa 2, troisième tiret, en projet, l'épreuve orale présentée devant le jury consiste, s'agissant de ces matières, à « répond[re] aux questions posées par les membres du jury portant sur les matières enseignées lors du cycle de formation, en vue de vérifier sa capacité à mobiliser ses propres acquis et les outils dont il dispose ».