De aanhouding van een gezochte persoon op grond van een Europees aanhoudingsbevel is volgens artikel 10 van de bestreden wet onderworpen aan artikel 2 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, wat onder meer impliceert dat de betrokkene slechts ter beschikking van het gerecht kan worden gesteld voor een termijn die niet langer duurt dan vierentwintig uren, waarbij de beslissing tot vrijheidsberoving alleen kan worden genomen door de procureur des Konings.
En vertu de l'article 10 de la loi attaquée, l'arrestation d'une personne recherchée sur la base d'un mandat d'arrêt européen est soumise à l'article 2 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, ce qui implique notamment que l'intéressé ne peut être mis à la disposition de la justice que pour une durée ne dépassant pas vingt-quatre heures, la décision de privation de liberté ne pouvant être prise que par le procureur du Roi.