De miskenning van het gezag van gewijsde van het voormelde arrest zou dan gelegen zijn in de beslissing van de federale uitvoerende macht « een onwettige belasting te heffen » - zoals de verzoekers het zelf omschrijven -, waartegen beroep bij de hoven en rechtbanken openstaat, in voorkomend geval in de weigering van de wetgevende macht om te voorzien in een noodzakelijke vrijstelling van de verpakkingsheffing, doch geenszins in de bestreden algemene bepaling van de wet van 20 december 2005.
La méconnaissance de l'autorité de chose jugée de l'arrêt précité résiderait dans ce cas dans la décision du pouvoir exécutif fédéral « de lever un impôt illégal » - tel que le définissent elles-mêmes les parties requérantes -, contre laquelle un recours est ouvert auprès des cours et tribunaux, ainsi que, le cas échéant, dans le refus du pouvoir législatif de prévoir une exonération nécessaire de la cotisation d'emballage, mais aucunement dans la disposition générale entreprise de la loi du 20 décembre 2005.