De agenten van de eerste categorie zouden, in tegenstelling tot die van de tweede, met toepassing van artikel 10 van de bestreden wet, net zoals de voormalige rijkswachters, op 54, 56 of 58 jaar de vervroegde pensioenleeftijd kunnen genieten, terwijl zij in hun vroeger statuut dat voordeel niet konden genieten.
Les agents de la première catégorie pourraient, contrairement à ceux de la seconde, bénéficier de l'avancement de l'âge de la retraite à 54, 56 ou 58 ans, comme les ex-gendarmes, en vertu de l'article 10 de la loi attaquée, alors qu'ils ne pouvaient pas en bénéficier dans leur ancien statut.