Hoewel in de prejudiciële vraag niet wordt gepreciseerd welke bijzondere bepaling van dat koninklijk besluit wordt beoogd, blijkt uit de feiten van de zaak en de motieven van de verwijzingsbeslissing dat de verwijzende rechter het Hof vraagt naar de grondwettigheid van artikel 1 van dat koninklijk besluit, in zoverre het aan de Minister van Financiën de bevoegdheid delegeert om de criteria te bepalen voor vaststelling van de totale oppervlakte van het gebouw waarboven het voordeel van de in die bepaling bedoelde tijdelijke vermindering van het btw-tarief niet langer kan worden toegekend.
Bien que la question préjudicielle ne précise pas quelle disposition particulière de cet arrêté royal est visée, il ressort des faits de la cause et des motifs de la décision de renvoi que le juge a quo interroge la Cour sur la constitutionnalité de l'article 1 de cet arrêté royal en ce qu'il délègue au Ministre des Finances le pouvoir de fixer les critères servant à déterminer la superficie totale du bâtiment au-delà de laquelle le bénéfice de la réduction temporaire du taux de T.V. A., prévue par cette disposition, ne peut plus être accordé.