2. wijst erop dat de lidstaten en de organen van de EU in de huidige moeilijke situatie waarin de Europese economie verkeert samen over de opstelling van een "groeiagenda" moeten nadenken om het begrotingsconsolidatiebeleid meer inhoud te geven en geloofwaardiger te maken; is van mening dat de inschakeling van EU-instrumenten - zowel de structuurfondsen als de Europese Investeringsbank - in deze context een belangrijke bijdrage aan de verwezenlijking van deze doelstelling kan leveren;
2. constate qu'à l'heure actuelle, compte tenu de la passe difficile que traverse actuellement l'économie européenne, les États membres et les institutions de l'Union européenne doivent réfléchir ensemble à l'établissement d'un "Programme pour la croissance", donnant plus de sens et de crédibilité à la politique d'assainissement budgétaire; considère que, dans ce contexte, la mobilisation des instruments de l'Union européenne – Fonds structurels et Banque européenne d'investissement – peut largement contribuer à la réalisation de cet objectif;