Een tweede bedenking is dat het niet duidelijk is of de regeling bepaald in artikel 19bis, eerste, tweede, derde en vierde l
id in ontwerp zowel betrekking heeft op de situatie waarbij de inlichtingen- en veiligheidsdienst in het bezit is van inlic
htingen waaruit een misdaad of een wanbedrijf blijkt (artikel 29 Wetboek van strafvordering),
als op de situatie waarin deze dienst beschikt over
...[+++]inlichtingen die een redelijk vermoeden inhouden van te plegen of reeds gepleegde maar nog niet aan het licht gebrachte strafbare feiten, zoals opgesomd in artikel 90ter, §§ 2, 3 en 4 Wetboek van strafvordering (de proactieve recherche), dan wel enkel op de laatste situatie.Deuxièmement, on ne voit pas clairement si la réglementation prévue dans l'article 19bis, alinéas 1, 2, 3 et 4, proposé concerne à la fois la situation dans laquelle le service de r
enseignement et de sécurité dispose d'informations établissant un crime ou un délit (article 29 du Code d'instruction criminelle) et la situation dans laquelle un service de r
enseignement et de sécurité dispose d'informations qui font naître une suspicion raisonnable que des faits punissables, tels que ceux énumérés à l'article 90ter, §§ 2, 3 et 4 du Code d
...[+++]'instruction criminelle, vont être commis ou ont déjà été commis mais ne sont pas encore connus (la recherche proactive), ou la dernière situation uniquement.