« In geval van afwezigheid of verhindering van de secretaris-generaal of van een directeur-generaal worden de delegaties waarvoor ze machtiging hebben gekregen, indien er geen andersluidende verordeningbepalingen bestaan of indien door de titularis van het ambt geen bijzondere voorzieningen zijn getroffen, tijdens de duur van de afwezigheid of de verhindering toegekend aan de inspecteur-generaal van de betrokken Afdeling.
« En cas d'absence ou d'empêchement du secrétaire général ou d'un directeur général, les délégations dont il est investi sont, à défaut de dispositions réglementaires contraires ou de dispositions particulières prises par le titulaire de la fonction, accordées pendant la durée de l'absence ou de l'empêchement, à l'inspecteur général de la Division concernée.